ECLI:NL:RVS:2017:3614
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake intrekking verblijfsvergunning asiel en inreisverbod
Op 28 december 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een vreemdeling wiens verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was ingetrokken. De staatssecretaris had ook een inreisverbod uitgevaardigd. De vreemdeling had eerder, op 20 juni 2017, een beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank die zijn beroep ongegrond had verklaard. In het kader van het hoger beroep verzocht de vreemdeling de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen om te voorkomen dat hij op 28 december 2017 zou worden uitgezet naar zijn land van herkomst.
De staatssecretaris heeft desgevraagd medegedeeld dat de uitzetting was geannuleerd, wat de spoedeisendheid van het verzoek ondermijnde. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek kennelijk ongegrond was, omdat niet duidelijk was of en wanneer de uitzetting zou plaatsvinden. De voorzieningenrechter ging ervan uit dat de gemachtigde van de vreemdeling tijdig geïnformeerd zou worden over eventuele uitzetting. Daarom werd het verzoek afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak werd openbaar gedaan op dezelfde dag, 28 december 2017, en is vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, met mr. A.S. Sanchit-Premchand als griffier.