ECLI:NL:RVS:2017:3614

Raad van State

Datum uitspraak
28 december 2017
Publicatiedatum
29 december 2017
Zaaknummer
201710261/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake intrekking verblijfsvergunning asiel en inreisverbod

Op 28 december 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een vreemdeling wiens verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was ingetrokken. De staatssecretaris had ook een inreisverbod uitgevaardigd. De vreemdeling had eerder, op 20 juni 2017, een beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank die zijn beroep ongegrond had verklaard. In het kader van het hoger beroep verzocht de vreemdeling de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen om te voorkomen dat hij op 28 december 2017 zou worden uitgezet naar zijn land van herkomst.

De staatssecretaris heeft desgevraagd medegedeeld dat de uitzetting was geannuleerd, wat de spoedeisendheid van het verzoek ondermijnde. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek kennelijk ongegrond was, omdat niet duidelijk was of en wanneer de uitzetting zou plaatsvinden. De voorzieningenrechter ging ervan uit dat de gemachtigde van de vreemdeling tijdig geïnformeerd zou worden over eventuele uitzetting. Daarom werd het verzoek afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

De uitspraak werd openbaar gedaan op dezelfde dag, 28 december 2017, en is vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, met mr. A.S. Sanchit-Premchand als griffier.

Uitspraak

201710261/1/V2.
Datum uitspraak: 28 december 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, van:
[de vreemdeling],
verzoeker.
Procesverloop
Bij besluit van 1 oktober 2014, aangevuld op 24 juli 2015, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingetrokken en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.
Bij uitspraak van 20 juni 2017 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld.
Voorts heeft de vreemdeling de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Hij heeft dit verzoek aangevuld en nadere stukken overgelegd.
Overwegingen
1.    Het verzoek is erop gericht te voorkomen dat de vreemdeling op donderdag 28 december 2017 wordt uitgezet naar zijn land van herkomst.
2.    Desgevraagd heeft de staatssecretaris medegedeeld dat voormelde uitzetting is geannuleerd.
3.    Dat voormeld besluit voor uitvoering vatbaar is, levert geen spoedeisend belang als bedoeld in artikel 8:81 van de Awb op. Bij dit oordeel is betrokken dat op dit moment niet duidelijk is dat en, zo ja, op welke termijn uitzetting zal plaatsvinden. Indien de uitzetting van de vreemdeling daadwerkelijk wordt geëffectueerd, gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat - de gemachtigde van - de vreemdeling hierover tijdig zal worden geïnformeerd.
4.    Het verzoek zal reeds daarom als kennelijk ongegrond worden afgewezen.
5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Sanchit-Premchand, griffier.
w.g. Bijloos    w.g. Sanchit-Premchand
voorzieningenrechter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 december 2017
691.