ECLI:NL:RVS:2017:3552
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting van vreemdelingen
Op 20 december 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen A, B en C een voorlopige voorziening hebben verzocht. Dit verzoek volgde op een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 5 april 2017, waarin de aanvragen van de vreemdelingen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd werden afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 20 november 2017 de beroepen van de vreemdelingen tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna de vreemdelingen hoger beroep hebben ingesteld.
In hun verzoek om voorlopige voorziening vroegen de vreemdelingen de voorzieningenrechter te bepalen dat zij niet zouden worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. Tevens vroegen zij om opvang en verstrekkingen op basis van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers gedurende deze periode. De voorzieningenrechter heeft het verzoek in het licht van eerdere uitspraken en de ingediende argumenten toewijsbaar geacht.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdelingen, die zijn vastgesteld op € 495,00, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 20 december 2017.