ECLI:NL:RVS:2017:3177
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake intrekking verblijfsvergunning asiel en inreisverbod
Op 1 februari 2017 heeft de staatssecretaris de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken en een inreisverbod uitgevaardigd. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 26 september 2017 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Het verzoek van de staatssecretaris was gericht op het voorkomen dat hij in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep een nieuw besluit moest nemen en dat er een dwangsom verbeurd zou worden. De voorzieningenrechter overwoog dat het besluit van 1 februari 2017 geen op aanvraag van de vreemdeling genomen besluit was, en dat de vernietiging door de rechtbank niet automatisch leidde tot de verplichting voor de staatssecretaris om een nieuw besluit te nemen. De rechtbank had geen termijn gesteld voor het nemen van een nieuw besluit, waardoor er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen ander spoedeisend belang was gesteld door de staatssecretaris en wees het verzoek af. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 495,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd gedaan door mr. N. Verheij, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R.C.S. Bakker, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 17 november 2017.