ECLI:NL:RVS:2017:2241
Raad van State
- Hoger beroep
- N.S.J. Koeman
- J.E.M. Polak
- B.J. van Ettekoven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om nadeelcompensatie na afsluiting Boskantseweg
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die op 21 september 2016 het beroep van [appellant] ongegrond verklaarde. [appellant] had een verzoek om nadeelcompensatie ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode, dat op 20 mei 2015 werd afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat het verzoek te laat was ingediend, aangezien de afsluiting van de Boskantseweg in 1998 had plaatsgevonden en het verzoek pas in 2015 werd ingediend. Het college stelde dat de schadevordering was verjaard op basis van artikel 3:310 van het Burgerlijk Wetboek, dat een verjaringstermijn van vijf jaar hanteert. Daarnaast werd aangevoerd dat [appellant] bij de aankoop van het tankstation in 1979 had moeten voorzien dat de Boskantseweg afgesloten zou worden, zoals aangegeven in de Structuurschets 1978.
Het college verklaarde het bezwaar van [appellant] tegen de afwijzing van het verzoek om nadeelcompensatie op 2 juni 2016 niet-ontvankelijk, omdat de reactie op het verzoek niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden aangemerkt. De rechtbank bevestigde deze beslissing en oordeelde dat de afsluiting van de Boskantseweg een feitelijke handeling was, waartegen geen beroep bij de bestuursrechter openstond.
In hoger beroep betoogde [appellant] dat de rechtbank niet had onderkend dat aan het vereiste van processuele connexiteit was voldaan en dat de bestuursrechter bevoegd was om zijn claim te beoordelen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde echter dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de vereiste processuele connexiteit ontbrak, omdat de afsluiting van de Boskantseweg geen besluit was in de zin van de Awb. De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.