ECLI:NL:RVS:2017:1607
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en opvang van vreemdeling
Op 16 juni 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 13 december 2016 was afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 19 april 2017 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld.
In het verzoek om voorlopige voorziening vroeg de vreemdeling de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. Daarnaast verzocht hij om opvang en verstrekkingen op basis van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. De voorzieningenrechter heeft het verzoek in het licht van eerdere uitspraken, waaronder ECLI:NL:RVS:2016:3350, beoordeeld en kwam tot de conclusie dat het verzoek voor toewijzing in aanmerking kwam.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 495,00, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 16 juni 2017.