ECLI:NL:RVS:2009:BI0395
Raad van State
- Hoger beroep
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- Th.G. Drupsteen
- M.A.A. Mondt-Schouten
- A.B.M. Hent
- A.C. Rop
- Rechtspraak.nl
Wraking van staatsraad in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank 's-Gravenhage
In deze zaak heeft verzoeker op 18 maart 2009 een wrakingsverzoek ingediend tegen staatsraad mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, die belast was met de behandeling van de hoofdzaak, een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 10 oktober 2008. Verzoeker betoogde dat hij geen vertrouwen had in de onpartijdigheid van de staatsraad en verzocht om uitstel van de behandeling van de hoofdzaak, die gepland stond op 27 april 2009. Dit verzoek om uitstel was gerelateerd aan een onderzoek van de Nationale ombudsman in een langlopend geschil met het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk. Verzoeker vreesde dat de staatsraad al een oordeel had gevormd over zijn hoger beroep en dat de uitkomsten van het onderzoek niet in de oordeelsvorming zouden worden betrokken.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft het wrakingsverzoek op 26 maart 2009 ter openbare zitting behandeld. De staatsraad heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zich te verantwoorden. De Afdeling overwoog dat het verzoek om wraking niet specifiek gericht was op de staatsraad, maar ook op de Afdeling als geheel, wat niet in overeenstemming was met de wettelijke bepalingen. De Afdeling concludeerde dat de bezwaren van verzoeker geen grond voor wraking opleverden en wees het verzoek af. De beslissing werd op 30 maart 2009 openbaar uitgesproken.
De Afdeling benadrukte dat procedurele beslissingen van de staatsraad niet als basis voor een wrakingsverzoek kunnen dienen, tenzij er sprake is van vooringenomenheid. Verzoeker kon niet aannemelijk maken dat er sprake was van een dergelijke vooringenomenheid, en daarom werd het verzoek om wraking afgewezen.