ECLI:NL:CRVB:2010:BN5076
Centrale Raad van Beroep
- Raadkamer
- G. van der Wiel
- C.W.J. Schoor
- A.B.J. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep
Op 25 augustus 2010 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met registratienummer 09/5983 ZW-W. In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door mr. I.A. Groenendijk, een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechters mrs. Ch. van Voorst, J. Riphagen en A.A.H. Schifferstein. Het verzoek om wraking werd gedaan op grond van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoekster stelde dat de schijn van vooringenomenheid was gewekt, omdat eerder verzoeken om uitstel van de behandeling van het hoger beroep waren afgewezen.
De Raad heeft verzoekster in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord op het tijdstip van de behandeling van haar hoger beroep, maar zowel verzoekster als de rechters van wie wraking werd verzocht, hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. De Raad heeft vervolgens het verzoek om wraking afgewezen. De beslissing is gebaseerd op de overweging dat wraking niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procedurele beslissingen, zoals het afwijzen van uitstelverzoeken. De Raad verwijst naar vaste rechtspraak die stelt dat wraking enkel kan worden ingeroepen op basis van feiten of omstandigheden die betrekking hebben op de persoon van de rechter.
De Raad heeft bepaald dat de inhoudelijke behandeling van de zaak onder nummer 09/5983 ZW kan worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond. De griffier is opgedragen om een afschrift van het proces-verbaal toe te zenden aan mr. I.A. Groenendijk en ter hand te stellen aan de rechters van wie wraking is verzocht. De uitspraak is gedaan in Utrecht op 25 augustus 2010.