ECLI:NL:RVS:2001:AD5951
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- H. Troostwijk
- M.G.J. Parkins-de Vin
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van grieven in asielprocedure en procesbeslissingen
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 4 oktober 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de president van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage. De appellant had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie op 7 juli 2001 was afgewezen. De president van de rechtbank verklaarde het beroep van de appellant ongegrond op 24 juli 2001. De appellant ging hiertegen in hoger beroep, waarbij hij verschillende grieven aanvoerde.
De Raad van State overwoog dat de grieven van de appellant niet konden slagen. De Afdeling benadrukte dat de procesbeslissing, zoals vastgelegd in de Vreemdelingencirculaire 2000, geen zelfstandig rechtsgevolg creëert en dat de beoordeling van de aanvraag binnen 48 proces-uren kan plaatsvinden zonder schending van zorgvuldigheidseisen. De Afdeling concludeerde dat de president van de rechtbank niet onterecht beslissende betekenis had toegekend aan de stelling van de staatssecretaris over de lokale verkiezingen in Guinee, en dat de grieven van de appellant niet leidden tot vernietiging van de eerdere uitspraak.
De Raad bevestigde de uitspraak van de president, met verbetering van de gronden, en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en verzonden op dezelfde datum.