ECLI:NL:RVS:2000:AA6967
Raad van State
- Hoger beroep
- J.C.K.W. Bartel
- B. van Wagtendonk
- F.P. Zwart
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om plaatsing op gedooglijst voor verkoop van softdrugs
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van Sensi Smile B.V. tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Groningen van 15 oktober 1999. De burgemeester van Groningen had op 11 juli 1996 het verzoek van Sensi Smile B.V. om haar inrichting op de gedooglijst voor de verkoop van softdrugs te plaatsen, afgewezen. Dit besluit werd door de burgemeester op 17 februari 1997 in een beslissing op bezwaar bevestigd. De rechtbank verklaarde het beroep van Sensi Smile B.V. gegrond en vernietigde de beslissing van de burgemeester, maar verklaarde Sensi Smile B.V. niet-ontvankelijk in haar bezwaarschrift. Hierop heeft Sensi Smile B.V. hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft de zaak op 19 juni 2000 ter zitting behandeld. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de brief van de burgemeester van 11 juli 1996 niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kon worden aangemerkt. De Afdeling stelde vast dat de schriftelijke weigering om een met de wet strijdige situatie te gedogen niet kan worden gezien als een besluit, omdat dit geen rechtsgevolg met zich meebrengt. Pas wanneer het bestuursorgaan daadwerkelijk optreedt, is er sprake van een besluit waartegen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend.
De Raad van State verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank voor inhoudelijke afdoening. Tevens werd de burgemeester van Groningen veroordeeld in de proceskosten van Sensi Smile B.V. en moest de gemeente Groningen het griffierecht vergoeden. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 31 juli 2000.