ECLI:NL:RBZWB:2025:853
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag accijns op tabaksproducten
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 28 september 2023. De inspecteur had aan belanghebbende over het tijdvak van 9 september 2020 een naheffingsaanslag accijns opgelegd, samen met een belastingrentebeschikking. De rechtbank heeft het beroep op 24 januari 2025 behandeld, waarbij belanghebbende en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de inspecteur. De rechtbank onderzoekt of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, met de vraag of belanghebbende accijns verschuldigd is voor de tabak die hij voorhanden had. Belanghebbende had via een Facebookadvertentie tabaksproducten gekocht en deze opgehaald in Nijmegen. De rechtbank concludeert dat de tabak niet voorzien was van accijnszegels en dat belanghebbende accijns verschuldigd is, ongeacht zijn claim dat hij de tabak voor eigen gebruik had gekocht. De rechtbank wijst erop dat de vrijstellingen in de wet alleen van toepassing zijn op reizigers en dat belanghebbende niet als zodanig kan worden beschouwd. Ook het beroep op het evenredigheidsbeginsel faalt, omdat de wetgever een weloverwogen afweging heeft gemaakt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor belanghebbende geen griffierecht terugkrijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt.