ECLI:NL:RBZWB:2025:7619
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de bestuursrechter bij schadeverzoek en niet tijdig beslissen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 november 2025, wordt geoordeeld over een beroep van eiser tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiser stelt dat het college niet tijdig heeft beslist op zijn ingediende schadeclaim. De rechtbank oordeelt echter dat zij onbevoegd is om het beroep te behandelen. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer de bestuursrechter kennelijk onbevoegd is.
De rechtbank legt uit dat een verzoek om schadevergoeding niet kan worden aangemerkt als een verzoek om een besluit te nemen. Dit volgt uit jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), die stelt dat een schadeverzoek moet worden gezien als een kennisgeving aan het bestuursorgaan van het voornemen om een schadeverzoekprocedure te starten. Het uitblijven van een reactie van het college op de schadeclaim van eiser kan daarom niet worden beschouwd als het niet tijdig nemen van een besluit.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat, aangezien er geen sprake is van een aanvraag om een beschikking, er ook geen dwangsommen wegens niet tijdig beslissen kunnen worden verbeurd. De rechtbank concludeert dat zij zich onbevoegd verklaart en dat het griffierecht aan eiser zal worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.