3.1.Naar het oordeel van de rechtbank heeft belanghebbende de inspecteur met de brief van 3 april 2025, ontvangen door de inspecteur op 7 april 2025, in gebreke gesteld en sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan. Om als ingebrekestelling aangemerkt te kunnen worden is vereist dat het geschrift voldoende duidelijk maakt dat (i) op welke aanvraag het betrekking heeft, (ii) dat de belanghebbende zich op het standpunt stelt dat het bestuursorgaan niet tijdig op de aanvraag heeft beslist, en (iii) dat de belanghebbende erop aandringt dat een zodanige beslissing alsnog wordt genomen.De brief van 3 april 2025 voldoet aan die eisen. De rechtbank ziet in hetgeen de inspecteur heeft aangevoerd geen aanleiding tot een ander oordeel. In de brief van 3 april 2025 wordt er op aangedrongen alsnog zo spoedig mogelijk een uitspraak op bezwaar te doen onder verwijzing naar een uitspraak van de Hoge Raad over artikel 4:17, derde lid van de Awb.De inspecteur had deze brief daarom moeten opvatten als ingebrekestelling. Het beroep wegens niet tijdig beslissen is daarom ontvankelijk en gegrond.
Welke beslistermijn moet aan de inspecteur worden opgelegd?
4. Omdat, voor zover bij de rechtbank bekend, de inspecteur nog geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat de inspecteur dit alsnog moet doen. Op grond van artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb moet de inspecteur dit doen binnen twee weken na het verzenden van deze uitspraak.
Welke dwangsom wordt aan de inspecteur opgelegd?
5. De rechtbank bepaalt dat de inspecteur een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee de beslistermijn nu nog wordt overschreden door de inspecteur. Daarbij geldt wel een maximum van € 15.000,-.
Stelt de rechtbank de bestuurlijke dwangsom vast?
6. Belanghebbende heeft verzocht om de dwangsom vast te stellen. Als een bestuursorgaan een besluit niet op tijd neemt, moet het bestuursorgaan een dwangsom betalen voor elke dag dat het te laat is, voor maximaal 42 dagen. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen € 23,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35,- per dag en de overige dagen € 45,- per dag. Het bestuursorgaan stelt de dwangsom vast binnen twee weken na de laatste dag waarover de dwangsom betaald moet worden.