ECLI:NL:RBZWB:2025:679
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen DNA-onderzoek bij minderjarige veroordeelde in strafzaak diefstal met geweld
Op 28 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in een zaak betreffende een bezwaarschrift tegen de afname van DNA-materiaal van een minderjarige veroordeelde. De veroordeelde, geboren in 2007, was eerder veroordeeld voor diefstal met geweld en had een taakstraf opgelegd gekregen. Het bezwaarschrift was op 25 september 2024 ingediend en de behandeling vond plaats op 14 januari 2025. De veroordeelde was niet verschenen, maar zijn advocaat, mr. R. el Bellaj, was wel aanwezig. De veroordeelde voerde aan dat de aard van het misdrijf en zijn bijzondere omstandigheden, waaronder zijn minderjarigheid en status als asielzoeker, een uitzondering op de Wet DNA rechtvaardigden.
Het Openbaar Ministerie betwistte dit en stelde dat er geen uitzonderingssituatie was die het bezwaar kon onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de Wet DNA voorziet in de afname van celmateriaal bij veroordelingen voor misdrijven, en dat DNA-onderzoek in dit geval van betekenis kan zijn voor de opsporing van toekomstige strafbare feiten. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een uitzonderingssituatie en verklaarde het bezwaar ongegrond. De beslissing werd openbaar uitgesproken door rechter T.M. Brouwer, in aanwezigheid van griffier mr. S.H.M.R. Chevalier.