ECLI:NL:RBZWB:2025:6653
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslagen parkeerbelasting en kostenraming door de heffingsambtenaar van de gemeente Breda
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 6 oktober 2025, worden de beroepen van de belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda beoordeeld. De heffingsambtenaar had drie naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd aan de belanghebbende, die deze aanslagen aanvecht. De rechtbank behandelt de beroepen en concludeert dat de kostenraming die door de heffingsambtenaar is gepresenteerd niet deugdelijk is. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar niet voldoende heeft aangetoond dat de kosten van de naheffingsaanslagen correct zijn berekend en dat de tarieven- en kostentabel niet voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank vernietigt de uitspraken op bezwaar en vermindert de naheffingsaanslagen tot enkel het bedrag van de parkeerbelasting. Tevens wordt de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan de belanghebbende. De uitspraak benadrukt het belang van een deugdelijke motivering en transparantie in de kostenraming door de heffingsambtenaar.