ECLI:NL:RBZWB:2025:6446
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van beroepen tegen aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot hoorrecht en specifieke zorgkosten
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 september 2025 worden de beroepen van belanghebbenden tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De zaken betreffen aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2015 en 2018. De rechtbank behandelt drie zaken: 24/1841, 24/1842 en 24/1843. In zaak 24/1841 is het bezwaar van belanghebbende 2 niet-ontvankelijk verklaard, terwijl in zaak 24/1842 het bezwaar van belanghebbende 1 ongegrond is verklaard. In zaak 24/1843 is het bezwaar van belanghebbende 1 eveneens niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitnodigingen voor de zitting op juiste wijze zijn verzonden en dat belanghebbenden niet zijn verschenen. De rechtbank concludeert dat de bezwaren tegen de aanslagen IB/PVV 2018 terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard, omdat belanghebbenden geen gronden hebben ingediend. Tevens is geoordeeld dat er geen schending van het hoorrecht heeft plaatsgevonden, aangezien de inspecteur voldoende inspanningen heeft verricht om belanghebbende te horen. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, waardoor de aanslagen in stand blijven en belanghebbenden geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangen.