In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld, omdat het UWV volgens haar niet op tijd heeft beslist op de aanvraag van 12 februari 2025 tot herbeoordeling van haar (ex-)werknemer op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De rechtbank doet uitspraak zonder zitting, omdat het beroep kennelijk gegrond is. Eiseres heeft de aanvraag ingediend op 12 februari 2025 en heeft het UWV op 14 april 2025 in gebreke gesteld. De rechtbank constateert dat er sprake is van een overschrijding van de beslistermijn en dat het UWV nog geen (nieuw) besluit heeft genomen. De rechtbank bepaalt dat het UWV dit alsnog moet doen binnen twee weken na verzending van de uitspraak, maar geeft het UWV vier maanden de tijd om alsnog te beslissen op de aanvraag, gezien de capaciteitsproblemen die het UWV ondervindt. Tevens legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor haar proceskosten van € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, en is openbaar gemaakt op 28 augustus 2025.