Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het overschrijden van de maximumsnelheid met 26 km per uur op de autosnelweg A27 te Hank op 15 mei 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 13 juni 2025 was betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant en dat de informatieplicht niet was geschonden, aangezien betrokkene tweemaal de op de zaak betrekking hebbende stukken had ontvangen.
Echter, de kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat resulteerde in een matiging van de boete met 25%. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en de boete werd vastgesteld op € 207,- plus € 9,- administratiekosten. Tevens werd de officier van justitie opgedragen om het bedrag van € 69,- dat betrokkene te veel had betaald aan zekerheidstelling terug te betalen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, en griffier E. Alekperov.