Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
2.De feiten
HERZIENING CANON.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen BEAU SUR MER B.V. (BSM) en een organisatie betreffende een erfpachtakte. BSM vorderde de vernietiging van een herzieningsclausule in de erfpachtakte, die volgens haar onredelijk bezwarend zou zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de herzieningsclausule niet als een kernbeding kan worden aangemerkt, maar als een algemene voorwaarde. BSM, die het erfpachtrecht van een derde had gekocht, stelde dat de herzieningsclausule onredelijk bezwarend was en dat zij niet als consument kon worden aangemerkt, waardoor de bescherming van de wet niet op haar van toepassing was. De rechtbank oordeelde dat BSM als ondernemer in staat was om betere voorwaarden te bedingen en dat de herzieningsclausule niet onredelijk bezwarend was. De vorderingen van BSM werden afgewezen en zij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De rechtbank concludeerde dat de door BSM aangevoerde gronden niet voldoende waren om de herzieningsclausule aan te merken als onredelijk bezwarend, en dat BSM niet rechtsgeldig de vernietiging kon inroepen.