In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant de beroepen van eisers tegen de sluiting van hun bedrijfspanden op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De rechtbank heeft op 25 juni 2025 uitspraak gedaan in de zaken 24/1417 en 24/1418, waarbij de eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. J. Dekker, in beroep zijn gegaan tegen besluiten van de burgemeester van Breda. De burgemeester had op 13 juli 2023 besloten tot sluiting van de panden voor een periode van zes maanden, na het aantreffen van harddrugs in beide panden tijdens een politieactie op 20 december 2022. De rechtbank heeft de beroepen behandeld op 27 februari 2025 en concludeert dat de sluiting noodzakelijk en evenredig was, gezien de ernst van de overtredingen en de impact op de openbare orde en volksgezondheid. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, waardoor de besluiten van de burgemeester in stand blijven. De eisers hebben geen recht op terugbetaling van griffierechten of proceskosten.