ECLI:NL:RBZWB:2023:6094
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Y. Moszkowicz
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake sluiting van bedrijfspanden door burgemeester
Op 24 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, vertegenwoordigd door mr. M.J. Hoogendoorn, een voorlopige voorziening vroegen tegen de sluiting van hun bedrijfspanden door de burgemeester van de gemeente [Woonplaats]. De burgemeester had op 13 juli 2023 besloten om de panden aan [adres] 51B en 51D te sluiten voor een periode van zes maanden, met ingang van 21 juli 2023. Verzoekers stelden dat zij voor hun broodwinning afhankelijk zijn van deze panden en dat hun goede naam aan de locatie is gekoppeld.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening behandeld en geconcludeerd dat er geen sprake is van een spoedeisend belang. Hij oordeelde dat verzoekers niet voldoende onderbouwd hebben waarom verplaatsing van hun bedrijven naar een andere locatie niet mogelijk zou zijn. Bovendien was er geen bewijs dat de bestreden besluiten evident onrechtmatig waren. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af en gaf aan dat verzoekers hun griffierecht niet terugkrijgen.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij in een financiële noodsituatie zouden komen door de sluiting van de panden, aangezien zij dit niet met stukken hebben onderbouwd. De burgemeester had eerder toegezegd de sluiting niet te effectueren voordat de uitspraak van de voorzieningenrechter bekend was.