ECLI:NL:RBZWB:2025:304
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van naheffingsaanslagen omzetbelasting bij export van een sportpaard
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 januari 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende twee naheffingsaanslagen omzetbelasting (OB) opgelegd in verband met de levering van een paard aan een afnemer buiten de Europese Unie. Belanghebbende, een ondernemer die handelt in paarden, had het paard in 2017 verkocht aan een koper in Maleisië, maar de inspecteur betwistte de toepassing van het nultarief op de levering. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd, omdat de uitvoer van het paard niet in verband stond met de levering. De rechtbank concludeert dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat de uitvoer van het paard in het kader van de levering heeft plaatsgevonden. Daarnaast wordt het verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen, omdat de redelijke termijn niet is overschreden. De beroepen worden ongegrond verklaard, en belanghebbende krijgt geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten.