Op 10 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over een voorlopige voorziening met betrekking tot de openbaarmaking van een boetebesluit van de Kansspelautoriteit (Ksa). De Ksa had op 23 januari 2025 een bestuurlijke boete van € 734.000,- opgelegd aan de verzoekster wegens overtredingen van de Wet op de Kansspelen en het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen. De verzoekster, die een vergunning heeft voor het organiseren van online kansspelen, maakte bezwaar tegen de openbaarmaking van zowel het boetebesluit als het openbaarmakingsbesluit. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoekster een spoedeisend belang had bij een voorlopige voorziening, omdat openbaarmaking onomkeerbare gevolgen zou hebben. De rechter wees het verzoek toe en bepaalde dat de besluiten enkel geanonimiseerd openbaar mochten worden gemaakt. Dit besluit geldt tot zes weken na de beslissing op bezwaar. De Ksa werd veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de verzoekster.