ECLI:NL:RBZWB:2025:1570

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 maart 2025
Publicatiedatum
18 maart 2025
Zaaknummer
BRE 23/12479
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de maatwerkvoorziening individuele begeleiding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor eiseres met psychische klachten en fysieke beperkingen

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres over de toegekende maatwerkvoorziening individuele begeleiding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Eiseres heeft hulp nodig bij toiletbezoek op locatie, waarbij haar moeder deze hulp verleent. De rechtbank oordeelt dat de reistijd van de moeder onlosmakelijk verbonden is aan de benodigde begeleiding. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen heeft eerder een persoonsgebonden budget (pgb) toegekend, maar de rechtbank vindt dat het college opnieuw moet bekijken hoeveel uren begeleiding, inclusief reistijd, aan eiseres moeten worden toegekend. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit, waarbij het college wordt opgedragen om nieuw onderzoek te doen naar de benodigde begeleiding en reistijd. De rechtbank benadrukt dat de Wmo is bedoeld voor participatie binnen de regio en dat schoolvervoer de verantwoordelijkheid van het UWV is. Eiseres heeft ook een indicatie voor persoonlijke verzorging op grond van de Zorgverzekeringswet, maar de rechtbank stelt dat de hulp van haar moeder niet als gebruikelijke hulp kan worden aangemerkt, gezien de langdurige en structurele aard van de ondersteuning die zij nodig heeft.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/12479 WMO

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 maart 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats 1] , eiseres

gemachtigde: mr. H.A.C. Klein Hesselink,
en
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen (het college), verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres over de toegekende maatwerkvoorziening individuele begeleiding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
1.1.
Het college heeft eiseres met het besluit van 30 maart 2023 (primair besluit I) een persoonsgebonden budget (pgb) voor individuele begeleiding toegekend voor 3 uur per week tegen een uurtarief van € 14,60. Eiseres heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
1.2.
Met het besluit van 27 juli 2023 (primair besluit II) heeft het college het aantal uren gewijzigd in 4 uur en 40 minuten. Eiseres heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
1.3.
Met het bestreden besluit van 14 november 2023 heeft het college, onder verwijzing naar het advies van de commissie bezwaarschriften, het bezwaar van eiseres gegrond verklaard en het tarief per 1 maart 2023 vastgesteld op € 22,11 per uur en per 1 oktober 2023, vanwege indexering, op € 23,20 per uur.
1.4.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.5.
De rechtbank heeft het beroep op 5 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres, [naam 1] (moeder van eiseres) en
[naam 2] als gemachtigde van het college.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of het college eiseres voldoende heeft gecompenseerd met de toegekende maatwerkvoorziening voor begeleiding individueel. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank verklaart het beroep gegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
3.1.
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
4.
Feiten en omstandigheden.
Eiseres, geboren op 15 februari 2005, heeft op 1 november 2022 een melding bij het college gedaan voor de maatwerkvoorziening individuele begeleiding op grond van de Wmo vanwege de overgang van Jeugdwet naar Wmo. Eiseres ontving tot 1 maart 2023 jeugdhulp op grond van de Jeugdwet.
Eiseres ondervindt als gevolg van haar geringe lengte (ongeveer 1 meter) en korte ledematen praktische problemen. Tevens is sprake van psychische klachten. Zij krijgt begeleiding van [zorgverlener 1] om te leren omgaan met angst- en dwangstoornissen. Eiseres heeft tot 1 maart 2023 jeugdhulp ontvangen, te weten begeleiding informeel voor 4 uur per week en persoonlijke verzorging voor 2 uur per week in de vorm van een pgb op basis van een uurtarief van € 33,63. De ondersteuning aan eiseres werd (en wordt) geleverd door haar moeder.
Eiseres heeft inmiddels voor de persoonlijke verzorging een indicatie van 7 uur en 35 minuten per week op grond van de Zorgverzekeringswet. Eiseres krijgt daarnaast 2 uur per week begeleiding van [zorgverlener 1] om te leren omgaan met angst- en dwangstoornissen. Deze begeleiding wordt verstrekt in de vorm van zorg in natura.
Eiseres woont samen met haar ouders in een woning die grotendeels is aangepast. Eiseres heeft een elektrische rolstoel, een elektrische fiets en een taxipas om te voorzien in haar vervoer. Zij gaat ongeveer 9 uur per week naar school waarvoor zij een vervoersvoorziening heeft van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres werkt enkele uren per week bij een supermarkt.
Naar aanleiding van de melding heeft een telefonisch gesprek plaatsgevonden op 20 januari 2023. Daarvan is een gespreksverslag opgesteld. Het gespreksverslag is ondertekend waarmee eiseres een aanvraag heeft ingediend. Naar aanleiding van het persoonlijk plan heeft het college eiseres verzocht om in een schema een overzicht op te nemen van alle handelingen die haar moeder voor haar verricht. Vervolgens is nogmaals een ondertekend gespreksverslag ingediend. Daarna heeft het college de primaire besluiten genomen.
5.
Beroepsgronden.
Eiseres voert aan dat zij meer begeleiding nodig heeft dan de 4 uur en 40 minuten per week die haar zijn toegekend. Eiseres wijst erop dat zij in de loop van tijd tot de conclusie is gekomen dat zij behoefte heeft aan 15 uur en 40 minuten. Eiseres stelt dat de benodigde begeleiding niet is aan te merken als gebruikelijke, maar als boven gebruikelijke hulp. Eiseres is inmiddels 19 jaar, kan niet zelfstandig wonen en heeft structureel, langdurig en veel hulp nodig die een gezonde jonge vrouw van haar leeftijd zonder beperkingen niet nodig heeft. Met betrekking tot de benodigde begeleiding buitenshuis stelt eiseres dat ook de (reis)tijd die haar begeleider nodig heeft om haar te helpen en te begeleiden moet worden vergoed. Verder wijst eiseres erop dat het UWV het schoolvervoer verzorgt, maar dat soms taxivervoer niet mogelijk is en dat haar begeleider dan tijd kwijt is om haar naar school te brengen of van school op te halen. Omdat het UWV dit probleem niet kan oplossen moet volgens eiseres het pgb voor begeleiding hierin ook voorzien. Ter zitting heeft de moeder van eiseres een lijst overgelegd van alle (medische) afspraken en activiteiten waarbij zij is betrokken.
6.
Overwegingen.
6.1.
De periode die hier moet worden beoordeeld loopt van 1 maart 2023 tot en met
29 februari 2024. Bij een aanvraag om een maatwerkvoorziening ligt het op de weg van het college om onderzoek te doen. Daarbij geldt het volgende stappenplan. [1]
Het college moet allereerst vaststellen wat de hulpvraag van eiseres is (stap 1). Vervolgens moet het college vaststellen welke beperkingen eiseres ondervindt bij de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie (stap 2). Daarna zal het college moeten bepalen welke ondersteuning naar aard en omvang nodig is om een passende bijdrage te leveren aan de zelfredzaamheid of participatie van eiseres (stap 3). Ook moet worden bekeken in hoeverre de eigen mogelijkheden, gebruikelijke hulp, mantelzorg, ondersteuning door andere personen uit het sociale netwerk en voorliggende (algemene) voorzieningen eiseres de nodige hulp en ondersteuning kunnen bieden (stap 4). Pas als die mogelijkheden ontoereikend zijn, moet het college een maatwerkvoorziening verlenen.
Op basis van de aanwezige (medische) gegevens en het gespreksverslag WMO van 17 maart 2023 heeft het college zich een voldoende duidelijk beeld kunnen vormen van de hulpvraag van eiseres, van de problemen die zij ondervindt bij haar zelfredzaamheid en participatie, van haar ondersteuningsbehoefte en van de hulp die zij krijgt uit het sociale netwerk.
6.2.
Persoonlijke verzorging.
De rechtbank stelt voorop dat handelingen op het gebied van persoonlijke verzorging, zoals hulp bij douchen en aan- en uitkleden, kunnen worden vergoed op grond van de Zorgverzekeringswet. Eiseres heeft daarvoor inmiddels een indicatie van 7 uur en 35 minuten per week. Eiseres krijgt daarnaast 2 uur per week begeleiding van [zorgverlener 1] om te leren omgaan met angst- en dwangstoornissen. Deze begeleiding wordt verstrekt in de vorm van zorg in natura en maakt geen onderdeel uit van het toegekende pgb.
6.3.
Begeleiding individueel.
Begeleiding individueel ziet op ondersteuning bij algemene dagelijkse levensverrichtingen voor het behouden of verbeteren van zelfredzaamheid. Daarnaast kan het gaan om hulp bij participatie.
Eiseres heeft als gevolg van haar medische beperkingen, hulp nodig bij een zinvolle dagbesteding, bijvoorbeeld uitjes van school, uitstapjes met vriendinnen, vervoer en andere activiteiten buitenshuis. Eiseres heeft daarbij ondersteuning nodig bij toiletbezoek op locatie. Autorijlessen moet eiseres in Goes volgen omdat daar een aangepaste auto beschikbaar is. Ook heeft zij hulp en begeleiding nodig bij aan- en uitkleden bij de zwemles en bij het kopen, passen en laten aanpassen van kleding.
6.4.
Gebruikelijke hulp.
Eiseres bestrijdt het standpunt van het college dat een groot deel van de benodigde hulp gebruikelijke hulp is. Zij wijst erop dat zij inmiddels volwassen is en dat de hulp die haar moeder verleent langdurig, structureel en vaak nodig is. Eiseres vindt steun voor haar standpunt in de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 23 februari 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:582.
Gebruikelijke hulp is volgens artikel 1.1.1., eerste lid, van de Wmo hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten.
In de Verordening sociaal domein gemeente Terneuzen 2023 (Verordening) staat dat een aantal zaken niet in detail in de Verordening is uitgewerkt, maar in nadere regelgeving. Dat geldt onder meer voor de vraag wat onder gebruikelijke hulp van ouders en hulp van andere personen uit het sociale netwerk wordt verstaan.
In de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Terneuzen 2023 (Nadere regels) is bepaald dat onder gebruikelijke hulp wordt verstaan de normale dagelijkse hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, partner, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten. Het voeren van een gemeenschappelijke huishouding brengt immers een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van dat huishouden met zich mee. Partners en inwonende gezinsleden staan elkaar bij in de normale dagelijkse zorg, zoals taken in het gezamenlijke huishouden, administratie, schoonmaken, elementaire zorgtaken, bezoek aan familie/instanties/arts etc. De redelijkheid bepaalt wat als gebruikelijke hulp aangeduid kan worden. Wat redelijk is hangt verder af van de specifieke situatie van de cliënt en zijn huisgenoten. Iedere situatie is anders en vraagt om maatwerk. Daarbij is het CIZ protocol richtinggevend.
De rechtbank is van oordeel dat het college zich wat betreft huishoudelijke taken en de verzorging van de hond terecht op het standpunt stelt dat sprake is van gebruikelijke hulp. Dat is in lijn met vaste rechtspraak. [2] Dit geldt ook voor overname van (pgb) administratie en bezoek aan familie, instanties en artsen. De rechtbank overweegt dat in het geval van eiseres geen sprake is van een uitzonderlijke situatie zoals in de hiervoor genoemde uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Uit de lijst van zorgmomenten over 2023 blijkt dat eiseres in de periode van 2 maart 2023 tot en met 26 juni 2023 (vier maanden) twee keer podotherapie heeft gehad in [plaats 2] , een keer fysiotherapie in [plaats 3] , een keer naar de tandarts, de orthodontist en de reumatoloog in [plaats 4] is geweest en drie keer naar [zorgverlener 2] in [plaats 4] . De rechtbank is van oordeel dat dit niet zo uitzonderlijk veel is dat begeleiding bij artsenbezoek niet van de ouders te vergen is. De rechtbank wijst er daarbij op dat de op zitting ingeleverde lijst met afspraken geen betrekking heeft op de periode waarover de rechtbank moet oordelen. De rechtbank volgt ten slotte het college in het standpunt dat hulp bij in en uitstappen van de auto als gebruikelijke zorg kan worden aangemerkt. De bestuurder van de auto kan eiseres daarbij helpen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het college geen maatwerkvoorziening individuele begeleiding aan eiseres heeft hoeven toekennen voor hulp die als gebruikelijk moet worden beschouwd.
6.5.
Begeleiding binnenshuis bij algemene dagelijkse levensverrichtingen.
Hiervoor heeft het college eiseres 50 minuten per week toegekend in overeenstemming met haar verzoek.
6.6.
Begeleiding buitenshuis.
Ter zitting is namens eiseres door haar moeder toegelicht dat zij bij schoolbezoek en haar werkzaamheden bij de supermarkt geen begeleiding bij het vervoer nodig heeft omdat deze activiteiten een tijdsbestek van minder dan twee uur betreffen. Toiletbezoek is dan niet nodig. Bij schoolvervoer wordt met een vaste chauffeur gereden die eiseres kent en waarbij zij zich veilig voelt. Naar de supermarkt gaat eiseres met de elektrische rolstoel. Daarbij heeft zij geen hulp nodig.
Het college heeft de benodigde hulp bij toiletbezoek op locatie en bij participatie als boven gebruikelijk aangemerkt. Dit maakt onderdeel uit van de begeleiding buitenshuis waarvoor het college 125 minuten per week indiceert. Daarbij is rekening gehouden met de rijlessen (toiletbezoek, 10 minuten per week), zwemlessen (aan- en uitkleden 30 minuten per week), kleding kopen en laten vermaken (60 minuten respectievelijk 15 minuten per week), uitstapjes en bezoek aan vrienden (toiletbezoek 10 minuten per week).
Het vervoer van de begeleider naar de locatie valt volgens het college niet onder (specialistische) begeleiding, zodat daarvoor geen indicatie wordt gegeven. Het college is daarbij uitgegaan van de omstandigheid dat eiseres zelfstandig met de taxi kan reizen en alleen op locatie begeleiding nodig heeft.
Eiseres verzoekt om bij de begeleiding bij activiteiten buitenshuis niet alleen de tijd die nodig is bij het toiletbezoek zelf mee te tellen, maar ook de tijd die de begeleider (haar moeder) nodig heeft om ter plaatse te zijn om die begeleiding te kunnen bieden, bijvoorbeeld bij de rijles en uitstapjes.
Het standpunt van eiseres dat een professionele hulp de begeleiding tijdens het vervoer betaald zou krijgen, volgt de rechtbank niet, althans niet volledig. Afhankelijk van de plaats waar hulp nodig is, zou een professionele hulp niet vanaf het huisadres van eiseres hoeven reizen. Bij bijvoorbeeld de rijlessen zou een professionele hulp uit de omgeving van Goes ingeschakeld kunnen worden.
Uitgaande van de begeleiding door moeder, ligt dat echter anders. Zij moet daarvoor met de taxi met eiseres meereizen om op locatie hulp te kunnen bieden. De reistijd van moeder is daarmee naar het oordeel van de rechtbank onlosmakelijk verbonden aan de hulp die eiseres nodig heeft bij activiteiten (die meer dan twee uur duren). Het college moet daar rekening mee houden. Daarbij moet wel in aanmerking worden genomen dat het college niet alle door eiseres gewenste activiteiten hoeft te faciliteren en dat de Wmo bedoeld is voor participatie binnen de regio. Het college hoeft geen maatwerkvoorziening te verstrekken voor uitstapjes en activiteiten buiten de regio. Het college zal opnieuw moeten bekijken hoeveel uren bij de benodigde begeleiding van eiseres moeten worden toegekend voor de daaraan verbonden reistijd van moeder.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond en vernietigt het bestreden besluit voor zover het betreft de indicatie voor begeleiding buitenshuis. De rechtbank draagt het college op om nieuw onderzoek te doen. Het college zal daarbij moeten vaststellen hoeveel activiteiten, naast de autorijles, per week nodig zijn om eiseres te kunnen laten participeren binnen de regio (voor zover deze meer dan twee uur duren) en hoeveel reistijd van moeder daaraan verbonden is.
Eiseres heeft ter zitting nog naar voren gebracht dat zij niet zelfstandig kan reizen in een taxi met een onbekende chauffeur. Vanwege haar angst- en dwangstoornis heeft zij daarbij begeleiding nodig. Ter onderbouwing hiervan heeft eiseres verwezen naar het door haar overgelegde psychologisch onderzoeksverslag van 25 september 2024 opgesteld door [GZ-psycholoog] , kinder- en jeugdpsycholoog.
De rechtbank overweegt dat eiseres dit standpunt niet eerder naar voren heeft gebracht. Het college heeft deze omstandigheid dan ook niet bij het bestreden besluit kunnen betrekken, zodat de rechtbank daar in deze procedure geen oordeel over kan geven. Wel geeft de rechtbank het college mee om dit te betrekken bij het nog te verrichten onderzoek naar de benodigde begeleiding bij activiteiten buitenshuis.
6.7.
Schoolvervoer.
Met betrekking tot de tijd die de begeleider nodig heeft om eiseres te halen van en te brengen naar school als taxivervoer niet mogelijk is moet eiseres zich wenden tot het UWV. Dit is geen taak voor het college.
7.
Conclusie
Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover het betreft de vaststelling van de benodigde reisuren om eiseres op locatie te kunnen begeleiden bij toiletbezoek.
De rechtbank draagt het college op om op dat punt een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van eiseres. Daarbij zal het college nader onderzoek moeten doen naar de exacte omvang van deze benodigde hulp en daarbij in kaart moeten brengen bij welke activiteiten buitenshuis binnen de regio eiseres individuele (informele) begeleiding nodig heeft.
De rechtbank ziet geen ruimte om zelf in de zaak te voorzien, nu er teveel onduidelijkheden bestaan over de exacte omvang van de benodigde hulp. De rechtbank verzoekt het college om bij het nieuwe onderzoek naar de omvang van de indicatie ook te betrekken het standpunt van eiseres dat zij wegens haar psychische problemen begeleiding nodig heeft bij het taxivervoer. De rechtbank geeft het college in overweging hierover een medisch advies te vragen.
8. Omdat het beroep gegrond is moet het college het griffierecht aan eiseres vergoeden en krijgt eiseres een vergoeding van de proceskosten.
Het college moet de proceskostenvergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt eiseres een vast bedrag per proceshandeling.
De gemachtigde heeft een beroepschrift ingediend en heeft aan de zitting van de rechtbank deelgenomen. In beroep heeft elke proceshandeling een waarde van € 907,00.
Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.814,00.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt het college op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van
deze uitspraak;
  • bepaalt dat het college het griffierecht van € 50,00 aan eiseres moet vergoeden;
  • veroordeelt het college tot betaling van € 1.814,00 aan proceskosten aan eiseres.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.W. Ponds, rechter, in aanwezigheid van mr. T.B. Both, griffier, op 19 maart 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wet maatschappelijke ondersteuning
Artikel 1.1.1
-begeleiding: activiteiten gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van de cliënt opdat hij zo lang mogelijk in zijn eigen leefomgeving kan blijven.
-gebruikelijke hulp: hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten;
-mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Artikel 2.3.5, derde lid
Het college beslist tot verstrekking van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met een algemeen gebruikelijke voorziening, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Verordening sociaal domein gemeente Terneuzen 2023
Artikel 2.4.5, eerste lid
U kunt alleen in aanmerking komen voor een individuele voorziening als u geen oplossing kunt vinden voor uw hulpvraag:
a. binnen uw eigen mogelijkheden. Hieronder verstaan we in ieder geval:
-gebruikelijke hulp van ouders en hulp van andere personen uit het sociale netwerk;
-het hebben van een aanvullende verzekering die voorziet in de gevraagde voorziening;
b. door gebruik te maken van een algemene voorziening;
c. door gebruik te maken van een andere voorziening.
Artikel 2.4.5, vierde lid
Wij kunnen nadere regels vaststellen ter verdere uitwerking van de criteria, zoals genoemd in het eerste en tweede lid.
Artikel 6.2.1, vierde lid
Met een pgb kunt u zelf ondersteuning inkopen. U mag het pgb niet gebruiken voor alle kosten die daarmee te maken hebben. U mag het pgb niet gebruiken voor:
kosten voor bemiddeling, tussenpersonen of belangenbehartigers;
het voeren van een pgb administratie;
ondersteuning bij het aanvragen en beheren van een pgb administratie;
kosten voor een feestdagenuitkering aan de hulpverlener;
reiskosten van de hulpverlener; en
kosten voor vervoer als u zelf gebruik kunt maken van de regiotaxi of een andere vervoersregeling.
Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Terneuzen 2023
Artikel 2.6
De consulent beoordeelt of en zo ja in hoeverre de cliënt met gebruikelijke hulp in staat is zijn problemen op te vangen. Onder gebruikelijke hulp wordt de normale dagelijkse hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, partner, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten verstaan. Het voeren van een gemeenschappelijke huishouding brengt immers een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van dat huishouden met zich mee. Partners en inwonende gezinsleden staan elkaar bij in de normale dagelijkse zorg, zoals taken in het gezamenlijke huishouden, administratie, schoonmaken, elementaire zorgtaken, bezoek aan familie/instanties/arts etc. De redelijkheid bepaalt wat als gebruikelijke hulp aangeduid kan worden. Wat redelijk is hangt af van de specifieke situatie van de cliënt en zijn huisgenoten. Iedere situatie is anders en vraagt om maatwerk. Daarbij is het CIZ protocol richtinggevend.

Voetnoten

1.CRvB 21 maart 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:819, r.o. 4.4.2.