Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 februari 2025 in de zaak tussen
[eiseres], uit [plaats], eiseres,
Dienst Toeslagen (voorheen Belastingdienst/Toeslagen), verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Op het moment dat verweerder gebruik maakt van de adviescommissie, geldt een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder heeft de termijn verlengd met zes weken. Verweerder had dus in ieder geval uiterlijk op 12 november 2024 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiseres heeft verweerder op 21 november 2024 in gebreke gesteld en verweerder heeft de ingebrekestelling op 25 november 2024 ontvangen. Het beroepschrift is door de griffie van de rechtbank ontvangen op 9 december 2024.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op uiterlijk 19 augustus 2025 alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiseres moet vergoeden;