Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Algemene wet bestuursrecht
1. De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie bestaat slechts voor zover zij bij of krachtens de wet is verleend.
2. Een bestuurlijke sanctie wordt slechts opgelegd indien de overtreding en de sanctie bij of krachtens een aan de gedraging voorafgaand wettelijk voorschrift zijn omschreven.
Artikel 5:21
Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:
a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en
b. de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
1. Voor zover de toepassing van bestuursdwang dit vergt, kan het bestuursorgaan zaken meevoeren en opslaan.
2. Het bestuursorgaan doet van het meevoeren en opslaan proces-verbaal opmaken. Een afschrift van het proces-verbaal wordt verstrekt aan degene die de zaken onder zijn beheer had.
1. Het gemeentebestuur is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang.
2. De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door het college, indien de last dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert.
1. Tot de bevoegdheid van burgemeester en wethouders tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, behoort de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op een weg staand voertuig, indien met het voertuig een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met
a. het belang van de veiligheid op de weg, of
b. het belang van de vrijheid van het verkeer, of
c. het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.
2. De artikelen 5:24, 5:25, tweede tot en met vierde lid, 5:29, vijfde lid, 5:30, derde lid, en 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing. (…)
1. Een beschikking tot oplegging van een last onder bestuursdwang overeenkomstig artikel 170, eerste lid, wordt bekendgemaakt:
b. indien het voertuig binnen achtenveertig uur na de inbewaringstelling niet is afgehaald, zo mogelijk binnen een week:
1°. aan degene aan wie het kenteken is opgegeven, indien het voertuig een kenteken voert;
2°. (…)
2. Bij de bekendmaking krachtens het eerste lid, onderdeel b, wordt gewezen op het verschuldigd zijn van kosten, verbonden aan de oplegging van een last onder bestuursdwang.
1. Bij algemene maatregel van bestuur worden:
a. de soorten van de in artikel 170, eerste lid, onderdeel c, bedoelde weggedeelten en wegen aangewezen;
2. Bij gemeentelijke verordening worden nadere regels gesteld ter uitvoering van de artikelen 170 tot en met 172 en de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur. Die regels betreffen in elk geval.
a. de aanwijzing van de plaats, onderscheidenlijk de plaatsen, waar verwijderde voertuigen in bewaring worden gesteld, en
b. de berekening van de kosten, verbonden aan de oplegging van een last onder bestuursdwang, en voorts
c. de aanwijzing van de weggedeelten en wegen, voor de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onderdeel c.
Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
1. De bestuurder mag zijn voertuig niet parkeren:
a. bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvan;
Besluit wegslepen van voertuigen
Artikel 2
De soorten van weggedeelten en wegen, bedoeld in artikel 173, eerste lid, onderdeel a, van de wet, zijn:
a. wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is te parkeren;
b. wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 2 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan;
c. parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage 1 bij het RVV 1990, waarbij
ofwel op een onderbord wordt aangegeven:
1°.de voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd;
2°.de wijze waarop het parkeren dient te geschieden
3°.de dagen of uren waarop het parkeren is verboden, of
4°.de dagen of uren waarop een beperking als bedoeld in 1° en 2°, geldt,
ofwel op het verkeersbord de aanduiding is aangebracht waarmee wordt aangegeven:
1°.de voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd, of
2°.de wijze waarop het parkeren dient te geschieden.
d. taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage 1 bij het RVV 1990;
e. parkeerplaatsen voor invaliden, aangeduid door bord E6 van bijlage 1 bij het RVV 1990;
f. gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, aangeduid door bord E7 van bijlage 1 bij het RVV 1990;
g. parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen, aangeduid door bord E8 van bijlage 1 bij het RVV 1990;
h. parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E9 van bijlage 1 bij het RVV 1990;
i. voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of door bord C1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.
Wegsleepverordening gemeente Borsele 2018
Artikel 2. Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten
Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.