ECLI:NL:RBZWB:2024:9090
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 december 2024, in de zaak met nummer BRE 24/6414, beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoekster, een B.V. uit [plaats], om een veroordeling van het UWV in de proceskosten. Verzoekster had eerder een beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het UWV op haar aanvraag om herbeoordeling van 25 september 2023. Dit beroep werd ingetrokken nadat het UWV op 15 oktober 2024 alsnog een beslissing had genomen. De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarop het UWV verzocht om een proceskostenveroordeling van 0,25 punt.
De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling en heeft geoordeeld dat het UWV geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen door alsnog een beslissing te nemen. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en kent verzoekster een vergoeding van € 437,50 toe, berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een lagere wegingsfactor toe te passen, zoals door het UWV was verzocht. Daarnaast is het UWV verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 371,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.