Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
19 december 2024 in de zaken tussen
[b.v.]uit [plaats 2] , vergunninghoudster,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 19 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken BRE 23/11991 en 24/168, waarin eisers in beroep gingen tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun bezwaarschriften tegen een omgevingsvergunning. Deze vergunning, verleend op 13 juli 2023, betrof de interne verbouwing van een kantoorpand en de huisvesting van 74 alleenstaande minderjarige vluchtelingen (amv's) voor een periode van tien jaar. De rechtbank oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout eisers op goede gronden niet als belanghebbenden heeft aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de door eisers ervaren overlast subjectief is en hen niet onderscheidt van andere buurtbewoners. De afstand van ruim 150 meter tussen de woningen van eisers en het kantoorpand, alsook het feit dat de buitenkant van het pand niet is veranderd, zijn belangrijke factoren in deze beoordeling. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, wat betekent dat de niet-ontvankelijkverklaring van de bezwaarschriften in stand blijft. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.