Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 december 2024 op het verzet van
de minister van Financiën, de minister.
Inleiding
Beoordeling van het verzet
23 juli 2024 terecht is geoordeeld dat buiten redelijke twijfel [2] is dat het beroep niet-ontvankelijk is. Zij doet dit aan de hand van de gronden van het verzet. Aan de inhoud van de beroepsgronden komt de rechtbank in deze zaak pas toe als het verzet gegrond is.
Opposant heeft over ten minste 8 verschillende onderwerpen een vrij omvangrijk Woo-verzoek ingediend bij verschillende ministeries. Dat heeft inmiddels geleid tot 10 uitspraken van deze rechtbank. In de uitspraak van 4 juni 2024 met nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:3642 heeft de rechtbank eerder al geoordeeld dat een beroep van opposant wegens misbruik van procesrecht niet ontvankelijk is. Tegen die uitspraak is, voor zover de rechtbank thans bekend, geen hoger beroep ingesteld.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. E.M.A. Vissers-van Es griffier, op 18 december 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.