In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 februari 2024, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. Eiseres had op 3 juli 2023 bezwaar gemaakt tegen de beschikking van 8 juni 2023, maar de Belastingdienst heeft niet binnen de wettelijk vereiste termijn van twaalf weken beslist. Eiseres heeft de Belastingdienst op 24 november 2023 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en dat de Belastingdienst alsnog binnen een termijn van negen weken na deze uitspraak een besluit moet nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een proceskostenvergoeding van € 437,50 en het griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst aan haar worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.