ECLI:NL:RBZWB:2024:7488

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 november 2024
Publicatiedatum
4 november 2024
Zaaknummer
24/5408
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning uitkering Schadefonds Geweldsmisdrijven bij stelselmatig huiselijk geweld

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de toekenning van een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven voor letselcategorie 2, gerelateerd aan stelselmatig huiselijk geweld door haar ex-partner. Eiseres had op 13 juli 2023 een aanvraag ingediend bij de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven (CSG) voor een uitkering, die op 21 december 2023 werd goedgekeurd voor een bedrag van € 2.500,-. Eiseres maakte bezwaar tegen deze beslissing, omdat zij vond dat haar letsel in een hogere categorie moest worden geplaatst, vooral vanwege een bedreiging met een mes door haar ex-partner.

De rechtbank heeft het beroep op 25 september 2024 behandeld, maar beide partijen waren afwezig. De rechtbank oordeelt dat de CSG in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat het letsel van eiseres in letselcategorie 2 valt. De rechtbank stelt vast dat de CSG beleidsruimte heeft bij het vaststellen van letselcategorieën en dat de situatie met het mes niet als een rechtstreekse bedreiging kan worden gekwalificeerd. De rechtbank concludeert dat, zelfs als er sprake zou zijn van een bedreiging met een mes, dit niet zou leiden tot een hogere letselcategorie, omdat zowel stelselmatig huiselijk geweld als de bedreiging met een mes in letselcategorie 2 vallen.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door rechter A.M.L.E. Ides Peeters en openbaar gemaakt op 6 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/5408

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 november 2024 in de zaak tussen

[eiseres], uit [plaats], eiseres

(gemachtigde: mr. P. van Baaren),
en

Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven, de CSG

(gemachtigde: mr. J.C.M. van de Weerd).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de toekenning van een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven uit letselcategorie 2 voor stelselmatig huiselijk geweld door haar ex-partner.
1.1.
De CSG heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 25 september 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben partijen, beiden met bericht van verhindering, niet deelgenomen.

Totstandkoming van het besluit

2. Op 13 juli 2023 heeft eiseres een aanvraag bij de CSG gedaan om een uitkering uit het Schadefonds geweldsmisdrijven voor stelselmatig huiselijk geweld door haar ex-partner.
2.1.
Op 21 december 2023 heeft de CSG besloten om aan eiseres een uitkering toe te kennen van € 2.500,- (letselcategorie 2). Tegen dat besluit heeft eiseres bezwaar gemaakt.
2.2.
De CSG heeft naar aanleiding van het bezwaarschrift aanvullende vragen gesteld. Daarop heeft eiseres niet gereageerd.
2.3.
Met het bestreden besluit van 16 mei 2024 op het bezwaar van eiseres is de CSG bij de toekenning van de uitkering uit letselcategorie 2 gebleven.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt of de CSG de letselcategorie van eiseres terecht op 2 bepaald heeft. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
4. Het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wat vindt eiseres?
5. Eiseres stelt dat de aan haar toegekende uitkering te laag is, omdat sprake is van een verzwarende omstandigheid waardoor haar letsel in een hogere categorie moet worden geplaatst. Naast dat zij slachtoffer is geworden van stelselmatig huiselijk geweld door haar ex-partner, is zij ook door hem rechtstreeks bedreigd met een mes. Dit terwijl hij haar zoon op zijn arm had. De ex-partner zou het mes aan eiseres hebben gegeven en hebben gezegd dat zij hem dood mocht steken. Dit is buitengewoon bedreigend geweest voor eiseres en zij wist niet wat ze kon verwachten. Eiseres vreesde voor haar eigen leven en voor dat van haar zoon. Uit de aangifte die eiseres tegen haar ex-partner heeft gedaan, blijkt bovendien dat hij onvoorspelbaar gedrag had. Het betrof een zeer ernstige bedreiging en dat is naar de opvatting van eiseres precies waar de CSG erkenning voor zou moeten geven door het toekennen van een uitkering in een hogere letselcategorie.
Wat is het standpunt van de CSG?
6. De CSG acht aannemelijk dat eiseres slachtoffer is geworden van stelselmatig huiselijk geweld door haar ex-partner en dat hij haar daarna nog enkele keren heeft lastiggevallen. Daarom kent zij een uitkering toe tot letselcategorie 2. De CSG erkent dat de situatie met het mes voor eiseres angstig moet zijn geweest. Echter blijkt uit de aangifte niet dat zij is bedreigd met een mes, maar juist dat zij het mes van haar ex-partner kreeg en dat hij zei dat zij hem neer mocht steken. Niet is gebleken dat eiseres of haar zoon met geweld is bedreigd. Daarom is volgens de CSG geen sprake van een rechtstreekse bedreiging.
6.1.
Zou overigens wel sprake zijn geweest van een rechtstreekse bedreiging met een mes, dan zou dit niet leiden tot een uitkering in een hogere letselcategorie omdat dit geen verzwarende omstandigheid is. De hoogte van de uitkering wordt in de systematiek van de zogenoemde Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven (Letsellijst) vastgesteld aan de hand van het meest ernstige letsel. Stelselmatig huiselijk geweld valt in letselcategorie 2, evenals rechtstreekse bedreiging met een mes. Ook al zou dus directe bedreiging met een mes worden aangenomen, dan nog zou dit niet leiden tot een uitkering in een hogere letselcategorie. Voor zover eiseres bedoelt te betogen dat stelselmatig huiselijk geweld in combinatie met de bedreiging met een mes zou leiden tot een hogere letselcategorie, stelt de CSG zich op het standpunt dat dit niet het geval is.
Is de CSG in redelijkheid uitgegaan van letsel in letselcategorie 2?
7. De rechtbank overweegt dat de CSG beslissingsruimte heeft bij het nemen van beslissingen op verzoeken om een uitkering als bedoeld in artikel 3 van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Wsg). De CSG heeft daaraan invulling gegeven in beleid. Dit beleid is neergelegd in de Beleidsbundel Schadefonds Geweldsmisdrijven en de Letsellijst. Aan de CSG komt beleidsruimte toe bij vaststelling van de letselcategorieën en bijbehorende uitkeringen, en beoordelingsruimte bij beantwoording van de vraag binnen welke categorie het letsel valt.
7.1.
Volgens de Letsellijst behoort tot categorie 2 onder meer huiselijk geweld waarbij over een langere periode sprake is van frequent fysiek geweld en/of bedreigingen met geweld (hierna: stelselmatig huiselijk geweld). Tot categorie 3 behoort onder meer stelselmatig huiselijk geweld naar de aard (en gevolgen) ernstiger dan categorie 2, bijvoorbeeld ernstiger geweld, langere duur of hogere frequentie.
7.2.
Daarnaast blijkt uit de Letsellijst dat als door een geweldsmisdrijf meerdere fysieke letsels zijn opgelopen, al dan niet in combinatie met (voorondersteld) psychisch letsel, het meest ernstige letsel leidend is voor de indeling in een letselcategorie. Deze letselcategorie bepaalt dan de hoogte van de uitkering. Bij minstens drie verschillende fysieke letsels die in dezelfde letselcategorie vallen, wordt de categorie met één verhoogd.
7.3.
De rechtbank stelt voorop dat de situatie die eiseres beschrijft voor haar angstig moet zijn geweest. Ter discussie staat echter of de CSG in zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het letsel van eiseres in letselcategorie 2 valt. Uit de Letsellijst blijkt dat sprake is van een rechtstreekse bedreiging met een mes als de bedreiging met het wapen op de persoon van het slachtoffer is gericht op een voor het wapen redelijkerwijs bruikbare afstand. Naar het oordeel van de rechtbank kan de CSG worden gevolgd in haar standpunt dat daarvan geen sprake is geweest. Uit het proces-verbaal van aangifte blijkt dat de ex-partner van eiseres het mes heeft gepakt, aan haar heeft gegeven en heeft gezegd dat zij hem neer mocht steken. Niet is gebleken dat de ex-partner het mes op enig moment op de persoon van eiseres of haar zoon heeft gericht en daarom staat de rechtstreekse bedreiging naar het oordeel van de rechtbank niet vast. [1]
7.4.
Verder overweegt de rechtbank dat, ook als de rechtstreekse bedreiging wel vast zou staan, dit niet kan leiden tot een uitkering uit een hogere letselcategorie. De CSG kan worden gevolgd in haar standpunt dat ook in dat geval geen sprake is van een verzwarende omstandigheid die een uitkering uit een hogere categorie rechtvaardigt. In dit geval vallen zowel stelselmatig huiselijk geweld als rechtstreekse bedreiging met een mes in letselcategorie 2 volgens de Letsellijst. Uit de Letsellijst blijkt dat pas aanleiding bestaat om een uitkering uit een hogere categorie toe te kennen, wanneer sprake is van minstens drie letsels in dezelfde categorie. Daarvan is de rechtbank niet gebleken.
7.5.
Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenvergoeding bestaat daarom geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M.L.E. Ides Peeters, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A. Jonkers, griffier, op 6 november 2024 en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Voetnoten

1.Vergelijk de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2685.