ECLI:NL:RBZWB:2024:7321
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.F.M.Q. Beukers-van Dooren
- J.H.M. van Ooijen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 28 oktober 2024, wordt het beroep van belanghebbende, een B.V. gevestigd in [plaats], tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst van 14 juli 2023 beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2022, samen met een belastingrentebeschikking. Belanghebbende had hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd afgewezen. Vervolgens diende belanghebbende een tweede bezwaar in, dat door de inspecteur als beroepschrift werd doorgestuurd naar de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt en dat deze termijn eindigde op 25 augustus 2023. Het tweede bezwaar van belanghebbende werd echter pas op 28 augustus 2023 ingediend, wat buiten de termijn viel. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of er redenen waren om de termijnoverschrijding te verontschuldigen. Belanghebbende heeft geen redenen opgegeven voor de termijnoverschrijding, waardoor de rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk heeft beoordeeld en dat belanghebbende geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van de uitspraak.