ECLI:NL:RBZWB:2024:7162
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting naar Tunesië met evenredigheidsbeginsel en belangenafweging
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 oktober 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Tunesische nationaliteit heeft. De minister van Asiel en Migratie had op 28 juli 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten en het onderzoek op 18 oktober 2024 gesloten.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 19 augustus 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het vooronderzoek, zoals voorgeschreven in artikel 96 van de Vw, is overschreden, maar dat dit niet leidt tot onrechtmatigheid van de maatregel. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat er geen zicht is op uitzetting naar Tunesië, ondanks de lange duur van de LP-aanvraag. De rechtbank concludeert dat het voortduren van de maatregel van bewaring gerechtvaardigd is, mede omdat eiser weigert mee te werken aan zijn terugkeer.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.