Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 augustus 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 21 kilometer per uur boven de toegestane snelheid op de autosnelweg A58 te 's-Heer Arendskerke op 11 juli 2022. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting is de zaak behandeld, maar zowel de betrokkene als zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft de stukken in het dossier bekeken, waaronder de verklaring van de verbalisant, en heeft geoordeeld dat de gedraging voldoende is vastgesteld. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om de boete te matigen op basis van de argumenten van de betrokkene, maar heeft wel vastgesteld dat de redelijke termijn voor behandeling van de zaak is overschreden. Hierdoor heeft de kantonrechter besloten de boete met 25% te matigen. Tevens is er een proceskostenvergoeding toegekend aan de betrokkene, omdat de boete werd gematigd. De uiteindelijke beslissing was dat de boete werd verlaagd tot € 144,75, met een terugbetaling van € 48,25 aan de betrokkene voor teveel betaalde zekerheidstelling, en een proceskostenvergoeding van € 437,50.