Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 september 2024 in de zaak tussen
[eisers] , uit [plaats] , eisers
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank Utrecht, de Svb.
Inleiding
Totstandkoming van de bestreden besluiten
9 mei 2018, 9 mei 2019, 18 juni 2020, 16 juni 2021 en 21 januari 2021 ook geïnformeerd over de verplichting elk verblijf in het buitenland te melden.
.
9 mei 2019, 18 juni 2020 en 16 juni 2021 zijn brieven verzonden met informatie over het verblijf in het buitenland. Omdat uit een bankafschrift blijkt dat er op 22 oktober 2021 geld is opgenomen in het buitenland is de Svb een onderzoek gestart naar het verblijf van eisers buiten Nederland. Uit de kopieën van de paspoorten van eisers blijkt ook dat zij in 2020 buiten Nederland hebben verbleven. Het verblijf buiten Nederland is onderzocht vanaf
1 maart 2014. Er zijn bankafschriften opgevraagd over de periode van 1 maart 2014 tot en met 8 november 2022. Eisers hebben betoogd dat de periodes van het verblijf in het buitenland van eiseres niet juist zijn vastgesteld. Zij kon maar maximaal 30 vakantiedagen per jaar opnemen en zij kon daarom niet in de periodes in het buitenland zijn geweest, die de Svb heeft vastgesteld. Dit heeft eiseres echter niet met bewijzen onderbouwd. Ook blijkt niet dat de kinderen van eisers hun bankpassen hebben gebruikt.
Beoordeling door de rechtbank
‘U bent verplicht elk verblijf buiten Nederland aan de Svb te melden’.Ook in de latere besluiten en brieven die de Svb aan eiser of eisers heeft gestuurd, staat expliciet vermeld dat elk verblijf in het buitenland bij de Svb gemeld moet worden.