ECLI:NL:RBZWB:2024:629

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 januari 2024
Publicatiedatum
5 februari 2024
Zaaknummer
AWB- 23_2964
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag hoog persoonlijk kilometerbudget door bestuursorgaan

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om in aanmerking te komen voor een hoog persoonlijk kilometerbudget (HPKB). De aanvraag werd afgewezen door verweerder op 10 februari 2023, en het bezwaar van eiseres leidde niet tot een andere uitkomst. De rechtbank heeft het beroep op 19 december 2023 behandeld, waarbij eiseres aanwezig was en verweerder zich afmeldde. Eiseres, die beschikt over een Valys-pas, heeft medische klachten die haar reisbeperkingen opleggen, maar verweerder oordeelde dat zij met de trein kan reizen, eventueel met begeleiding of hulpmiddelen. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag op goede gronden is gedaan, en dat de medische informatie die door eiseres is aangeleverd niet voldoende is om aan te tonen dat zij niet met de trein kan reizen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt haar griffierecht niet terug.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/2964 BELEI

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 januari 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

en

[verweerder] B.V., verweerder.

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om in aanmerking te komen voor een hoog persoonlijk kilometer budget.
1.1.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 10 februari 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 11 april 2023 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 19 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: eiseres. Verweerder heeft zich voor de zitting afgemeld.

Totstandkoming van het besluit

2. Eiseres beschikt over een Valys-pas voor taxivervoer voor ouderen en mensen met een chronische ziekte of handicap. Daarmee kan zij per jaar 700 kilometer met de taxi reizen tegen een tarief van € 0,20 per kilometer.
2.1.
Eiseres heeft op 30 januari 2023 een aanvraag ingediend om in aanmerking te komen voor een hoog persoonlijk kilometer budget (HPKB). Het HKPB is een vergoeding waarmee op jaarbasis maximaal 2.350 kilometer tegen een tarief van € 0,20 per kilometer van de taxi gebruik kan worden gemaakt. Bij haar aanvraag heeft eiseres aangegeven dat zij een pacemaker heeft, carpaal tunnelsyndroom aan beide handen heeft, in het verleden tweemaal een nekhernia heeft gehad, last van astma en reumatische artritis/artrose.
2.2.
Met het besluit van 10 februari 2023 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag afgewezen, omdat eiseres met de trein kan reizen. Eiseres wordt op de mogelijkheid gewezen om met een hulpmiddel – zoals een rolstoel of scootmobiel – met de trein te reizen, of zich te laten begeleiden door een persoonlijk begeleider, NS of een Valys ambassadeur.
2.3.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt.
2.4.
Bij het bestreden besluit is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Verweerder acht eiseres in staat om met de trein te reizen met behulp van een hulpmiddel ((elektrische rolstoel of scootmobiel) en/of met begeleiding. Verweerder is daarbij uitgegaan van de medische beoordeling van zijn arts [naam] , die telefonisch met eiseres heeft gesproken en beschikte over de door eiseres toegezonden medische gegevens.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor toekenning van een HPKB. Zij doet dat onder meer aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
4. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Waaraan wordt een aanvraag voor een HPKB getoetst?
5. De rechtbank stelt vast dat het “Indicatieprotocol hoog persoonlijk kilometerbudget” (hierna: het Protocol) de grondslag voor de beoordeling van een aanvraag om een HPKB vormt.
Uit dit Protocol volgt dat een aanvrager in aanmerking komt voor een HPKB als:
de aanvrager beschikt over een Wmo-vervoersvoorziening, een Wmo-rolstoel, scootmobiel of OV-begeleiderskaart
en
gebruik moet maken van een rolstoel of scootmobiel waarvan gewicht, en/of maatvoering in combinatie met de aanvrager (de zogenaamde ‘mens-machinecombinatie’) zodanig is dat deze de grenzen van mogelijkheid tot hulpverlening door NS overschrijden
en/of
door persoonsgebonden medische beperkingen van chronische aard vanuit strikt medische optiek niet in staat is met de trein te reizen.
Verweerder gaat er bij de beoordeling van uit dat pashouders bij het reizen zo nodig gebruik maken van individuele begeleiding en/of de door de NS en Valys ter beschikking gestelde voorzieningen, zoals invalidentoiletten in de stations en in de treinen en NS-assistentieverlening. De aanvrager van het HPKB is zelf verantwoordelijk voor het verzorgen van eventuele begeleiding tijdens de reis. Onderdeel van de inhoudelijke beoordeling is of er sprake is van een uitzonderlijke situatie die afwijking van de criteria in het Protocol rechtvaardigt.
Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) – de hoogste bestuursrechter in dit soort zaken – gaan de in het Protocol neergelegde toekenningscriteria de grenzen van een redelijke beleidsbepaling niet te buiten. [1] Dit betekent dat verweerder bij het beoordelen van de aanvraag van eiseres dit Protocol kan toepassen.
Is eiseres – strikt medisch bezien – in staat om met de trein te reizen?
6. Eiseres voert aan dat zij in aanmerking komt voor een HPKB. Zij is – gelet op haar medische conditie – niet in staat overal naar toe te reizen in het land.
6.1.
Verweerder heeft er op gewezen dat het besluit over een aanvraag wordt genomen op basis van dossieronderzoek van de door eiseres aangeleverde medische informatie en documentatie. Het is daarbij aan eiseres om aan te tonen dan wel aannemelijk te maken dat zij niet met een trein kan reizen. De arts van verweerder is op grond van het dossier van eiseres en de informatie die hij heeft verkregen tijdens de telefonische hoorzitting tot de conclusie gekomen dat eiseres strikt medisch gezien onder begeleiding en/of met een hulpmiddel met de trein kan reizen. De door eiseres in beroep aangeleverde medische klachten waren al bekend en leiden er niet toe dat nu wel een HPKB moet worden toegewezen.
6.2.
De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek zorgvuldig heeft plaatsgevonden. De arts heeft zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de beperkingen van eiseres ten aanzien van het reizen met de trein. Dit blijkt ook uit het bij het bestreden besluit gevoegde verslag van de telefonische hoorzitting. Nu eiseres in beroep geen (andere) medische informatie heeft overgelegd, ziet de rechtbank geen reden voor twijfel aan de conclusie van verweerder dat eiseres – strikt medisch bezien – in staat is om met de trein te reizen. De in beroep ingebrachte medische klachten waren bij verweerder bekend, zijn meegewogen in de beslissing tot afwijzing en kunnen worden ondervangen met een hulpmiddel (duwrolstoel) en begeleiding.
Is sprake van een uitzonderlijke situatie als bedoeld in het Protocol?
7. Eiseres heeft aangevoerd dat haar dochter ver weg woont. Zij wil een HPKB juist gebruiken om haar (vaker) te kunnen bezoeken. Zij heeft geen begeleiding die zij kan vragen met haar mee te reizen.
7.1.
Verweerder stelt dat dit op zichzelf geen bijzondere omstandigheid is die afwijking van het Protocol rechtvaardigt. De eindbestemming van de reis of het ontbreken van persoonlijke begeleiding mag niet worden meegenomen in de beoordeling van een HPKB.
7.2.
De rechtbank begrijpt dat het moeilijk is voor eiseres dat haar dochter ver weg woont en dat het voor eiseres lastig is om haar dochter met de trein te bezoeken, gelet op de lange duur van de (trein)reis. Reisafstand is echter geen bijzondere omstandigheid die er toe kan leiden dat eiseres alsnog in aanmerking komt voor een HPKB. Dit betekent dat verweerder op goede gronden het verzoek om een HPKB heeft afgewezen.

Conclusie en gevolgen

8. De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.
9. Nu het beroep ongegrond wordt verklaard, krijgt eiseres haar griffierecht niet terug.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van drs. A. Lemaire, griffier, op 30 januari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Voetnoten

1.CRvB 15 augustus 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2554, CRvB 23 maart 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1189 en CRvB 13 juni 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BW8656.