ECLI:NL:RBZWB:2024:6280

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 september 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
AWB-22_4409
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake WOZ-woning door Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Op 11 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een hersteluitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB-22_4409, die betrekking heeft op de WOZ-waarde van een woning. Deze uitspraak is een correctie op een eerdere uitspraak van 12 juni 2024, waarin een fout was gemaakt met betrekking tot de naam van de heffingsambtenaar. De heffingsambtenaar had op 29 juli 2024 contact opgenomen met de griffie om deze fout te melden. In de eerdere uitspraak was de naam van de heffingsambtenaar onjuist vermeld als 'Sabewa Zeeland', terwijl dit correct 'Samenwerking Belastingen Walcheren en Schouwen-Duiveland' moest zijn.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere uitspraak een misslag bevatte en heeft deze gecorrigeerd. Daarnaast werd in de eerdere uitspraak een proceskostenvergoeding van € 218,75 toegewezen aan de heffingsambtenaar, terwijl dit in werkelijkheid aan de Staat der Nederlanden had moeten worden toegewezen. De rechtbank heeft deze misslagen hersteld en verduidelijkt dat het dictum van de uitspraak correct was en leidend is.

De hersteluitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze hersteluitspraak staat geen hoger beroep of ander rechtsmiddel open, zoals bevestigd door eerdere arresten van de Hoge Raad.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/4409
hersteluitspraak van 11 september 2024 ter verbetering van de uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 juni 2024 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,

(gemachtigde: mr. R. van der Weide, verbonden aan Bezwaarmaker.nl),
en
de heffingsambtenaar van Samenwerking Belastingen Walcheren en Schouwen-Duiveland(gemeente Veere),
en

de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in deze zaak op 12 juni 2024 uitspraak gedaan. De heffingsambtenaar heeft op 29 juli 2024 naar de griffie van de rechtbank gebeld en daarbij aangegeven dat in de uitspraak van de rechtbank de naam van de heffingsambtenaar niet juist is opgenomen. Tevens worden de proceskosten in overweging 13.1 toebedeeld aan de heffingsambtenaar en in de beslissing wordt de Staat veroordeeld.
1.1.
De rechtbank stelt vast dat de uitspraak van de rechtbank een misslag bevat. Op pagina 1 van de uitspraak staat als naam van de heffingsambtenaar “Sabewa Zeeland”.
1.2.
Ter voorkoming van misverstanden wordt deze misslag hierbij hersteld. Herstel van de misslag brengt mee dat de naam van de heffingsambtenaar komt te luiden: “Samenwerking Belastingen Walcheren en Schouwen-Duiveland”.
1.3.
De rechtbank heeft in rechtsoverweging 13.1 van de uitspraak onder meer overwogen:
“[…] De vergoeding bedraagt dus € 218,75, te betalen door de heffingsambtenaar.”
1.4.
De rechtbank is van oordeel dat daar had moeten staan.
“De vergoeding bedraagt dus € 218,75, te betalen door de Staat.”
1.5.
De rechtbank merkt op dat het dictum correct is en dit leidend is.

Beslissing

De rechtbank verbetert de misslag in de uitspraak op de wijze als hiervoor in 1.2 en 1.4 beschreven en verstaat dat de uitspaak aldus verbeterd moet worden gelezen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.E. de Boer, in aanwezigheid van W.M.C. Oomen, griffier, op 11 september 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze hersteluitspraak staat geen hoger beroep dan wel een ander rechtsmiddel open (onder meer: arrest van de Hoge Raad van 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2583 en van 6 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1449).