Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 januari 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats 1] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout, college.
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
13 december 2021 heeft het college de bijstandsuitkering van eiseres per 8 november 2021 ingetrokken, omdat eiseres haar hoofdverblijf niet op het Brp-adres had. Tegen dit besluit is geen bezwaar gemaakt.
7 oktober 2022 tegen het niet tijdig nemen van een besluit mede betrekking op het alsnog genomen besluit.
10 februari 2022 (datum primair besluit). Het college heeft de bijstandsuitkering van eiseres met het besluit van 13 december 2021 per 8 november 2021 ingetrokken, omdat uit onderzoek is gebleken dat zij niet woonde op het door haar opgegeven Brp-adres. Dit adres geeft zij echter weer op bij haar bijstandsaanvraag met beoogde ingangsdatum
21 januari 2022.
8 februari 2022. Uit de waarnemingen in combinatie met de bijna volledig lege woning, de pintransacties en de door eiseres afgelegde verklaring kan niet worden opgemaakt dat het zwaartepunt van het persoonlijk leven van eiseres in de te beoordelen periode in Oosterhout lag.
inmiddelswel beschikt over een koelkast, kooktoestel en magnetron leidt de rechtbank ook niet tot het oordeel dat eiseres haar hoofdverblijf op het Brp-adres aannemelijk heeft gemaakt. Bepalend is de situatie in de periode van 21 januari 2022 tot en met 10 februari 2022. Uit de aangetroffen staat van de woning tijdens het huisbezoek op