ECLI:NL:CRVB:2023:587
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand wegens onduidelijke woon- en verblijfsituatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, een ondernemer die door een motorongeluk in Thailand in financiële problemen was geraakt, had bijstand aangevraagd op grond van de Participatiewet. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, omdat de appellant geen duidelijkheid had gegeven over zijn woon- en verblijfsituatie. Ondanks herhaalde verzoeken om informatie, bleef de appellant vaag over waar hij feitelijk verbleef. Hij had verschillende adressen opgegeven en verklaarde wisselend bij zijn ouders, vrienden en op een camping te verblijven. De Raad benadrukte dat voor het recht op bijstand niet alleen een briefadres van belang is, maar vooral de feitelijke woon- en leefsituatie. De Raad oordeelde dat de appellant onvoldoende openheid had gegeven over zijn verblijfplaatsen, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De beroepsgrond van de appellant dat zijn aanvraag niet zou zijn afgewezen als hij een briefadres had gekregen, werd verworpen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.