Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
2 Omschrijving van de onderwerpen waarover overeenstemming is bereikt
De onderwerpen waarover partijen een overeenstemming hebben bereikt, luiden als volgt:
4.Feiten en achtergrond
In [datum] , hebben [vennootschap 1] en door [vennootschap 1] gemanagede investeringsfondsen, (hierna " [vennootschap 1] "), een meerderheidsbelang verworven in [B.V.] ;
De acquisitie is toentertijd vormgegeven via een Luxemburgse houdsterstructuur, waarbij het belang in [B.V.] wordt gehouden door [vennootschap 3] ;
Op dit moment bereidt [vennootschap 1] (in samenwerking met [B.V.] ) een Exit voor, [...] ;
In voorbereiding op de Exit, wordt de bestaande houdsterstructuur omgevormd tot een
De leden van het Management zijn (of waren) werkzaam bij [holding] B.V., (…), of haar (indirecte) dochtervennootschappen, hierna " [groep] ";
De aandelen als verworven door Management in [vennootschap 3] worden bij Management
De leden van het Management houden de aandelen [vennootschap 3] via de in Luxemburg
Ingevolge art. 3.95b, lid 5, Wet IB 2001 is, onder voorwaarden, derhalve een vrijstelling van toepassing en worden de voordelen uit het (indirecte) belang in [vennootschap 3] niet gerekend tot het resultaat van een werkzaamheid;
(…)
Partijen verschillen met elkaar van mening over de waarde in het economische verkeer van de aandelen bij acquisitie, waarbij de Belastingdienst van mening is dat de gekozen methode van waarderen en de gehanteerde uitgangspunten geen recht doen aan de daadwerkelijke waarde van de aandelen als verkregen door Management. Partijen zijn hierover al geruime tijd in overleg;
Om deze discussie nu te beëindigen, hebben partijen een afspraak gemaakt over de waarde van de aandelen bij acquisitie door Management en het daarmee samenhangende loonvoordeel, waarover loonheffing is verschuldigd;
[B.V.] verhaalt de verschuldigde loonheffing op de individuele leden van het Management;
[B.V.] , danwel [vennootschap 1] , verstrekt, daar waar nodig, een rentedragende lening aan de leden van het Management. De exacte voorwaarden van de financiering moeten nog worden vastgesteld tussen partijen. Terugbetaling van het bedrag van de lening (indien en voor zover aangetrokken door de individuele leden van het Management), inclusief rente, vindt plaats uit de opbrengst van de aandelen voor Management;
5.Afspraken
Partijen zijn omtrent het in aanmerking te nemen loonvoordeel bij de acquisitie van de
Het bedrag dat op basis van het voorgaande als loonvoordeel in aanmerking wordt
Ten aanzien van de omruil van de middellijk gehouden aandelen in [vennootschap 3] in middellijk gehouden aandelen in [holding] B.V. wordt een "rollover" toegepast;
Bij een roll-over blijft, vanuit het perspectief van Management, effectief de bestaande fiscale positie gelijk aan die van vóór de Herstructurering. Elk individueel lid van het Management (binnenlands belastingplichtige, buitenlands belastingplichtige of partieel buitenlands belastingplichtige onder de 30%-regeling) is na de Herstructurering aanmerkelijk belanghouder (via een Stichting Administratiekantoor) in een daartoe op te richten in Luxemburg gevestigde houdstervennootschap, welke de aandelen in [holding] B.V. voor Management middellijk houdt, via een daartoe op te richten in Nederland gevestigde houdstervennootschap;
Het aanmerkelijk belang wordt bewerkstelligd doordat de in Luxemburg gevestigde
Er vindt geen belastingheffing plaats ten tijde van de Herstructurering, anders dan over de aan Management toekomende uitkering(en) in cash; De voordelen die de leden van het Management met de aandelen in [holding] B.V. na de Herstructurering als dividend of vermogenswinst zullen genieten, zullen door hen worden genoten als inkomen uit aanmerkelijk belang, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van art. 3.95b, lid 5, Wet IB 2001 (door uitdeling naar privé binnen het kalenderjaar). Dit, hoewel de indirect gehouden aandelen in [holding] B.V. voor Management niet als lucratief belang, ex art. 3.92b Wet IB 2001 worden aangemerkt;
De verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang, ex art. 4.21 Wet IB 2001, verandert niet door de Herstructurering. De verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang verandert uitsluitend door het in aanmerking te nemen loonvoordeel bij de acquisitie van de aandelen, zie hiervoor, onder I;
De voorwaarden die gesteld zijn aan de aandelen gehouden door Management in de huidige structuur, ten aanzien van o.a. het verbod op vrije verkoop van de onderliggende aandelen, de verplichting om terug te verkopen aan [groep] danwel [vennootschap 1] bij voortijdig vertrek, etc. blijven in materiële zin ongewijzigd van kracht na de Herstructurering;
De cash uitkering aan Management in het kader van de Herstructurering volgt het normale fiscale regime. De leden van het Management genieten de cash uitkering als inkomen uit aanmerkelijk belang, door de toepassing van art. 3.95b, lid 5, Wet IB 2001, waarbij de individuele posities van Management in aanmerking worden genomen.
6.Gevolgen
De inhoudingsplichtigen ten aanzien van de personen die deel uitmaken van [partij] , of als [groep] dat wenst, een andere vennootschap die deel uitmaakt van [groep] , zorgen voor de afdracht van de verschuldigde loonheffing;
(…)
Voor de heren (…) en [belanghebbende] (expatriates, partieel buitenlands belastingplichtige) wordt
Er vindt geen belastingheffing plaats ten tijde van de Herstructurering, anders dan over de aan Management toekomende uitkering(en) in cash.
11. Nadere voorwaarden en afspraken
“Belastingplichtige kiest voor toepassing art. 3.95b, lid 5 Wet IB 2001”en bij de rubriek ‘Inkomen uit aanmerkelijk belang’ de tekst opgenomen
“Belastingplichtige kiest voor toepassing art. 2.6 Wet IB 2001”.
‘onder voorwaarden’en
‘mits wordt voldaan aan de voorwaarden’de vrijstelling van artikel 3.95b, vijfde lid, van de Wet IB 2001 wordt verleend. Daarnaast is in de vso onder
‘2. Omschrijving van de onderwerpen waarover overeenstemming is bereikt’specifiek bepaald waarover partijen overeenstemming hebben bereikt en is onder ‘
11. Nadere voorwaarden en afspraken’overeengekomen dat de ingenomen standpunten van de Belastingdienst enkel gelden binnen het specifieke kader van de vso. Bij belanghebbende kan daarom niet het vertrouwen zijn gewekt dat de uitkeringen in 2016 op voorhand zijn vrijgesteld. Dit geldt des te meer omdat belanghebbende daadwerkelijk een beroep moet doen op de vrijstelling en dus van hem een actieve handeling wordt verwacht.
- verklaart het beroep voor het jaar 2018 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor het jaar 2018;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2018 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 979.927 en vermindert de daarmee samenhangende rentebeschikking dienovereenkomstig;
- verklaart het beroep voor het jaar 2016 ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding voor zover het betrekking heeft op het jaar 2018 af;
- verklaart zich voor het overige gedeelte van het verzoek om schadevergoeding onbevoegd en stelt vast dat het verzoek voor dit gedeelte uitsluitend bij de civiele rechter kan worden ingesteld;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 2.370 aan proceskosten aan belanghebbende.