In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 juli 2024, werd het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk behandeld. Eiseres had beroep ingesteld tegen de beëindiging van haar maatwerkvoorzieningen voor huishoudelijke ondersteuning en het WasPunt, die per 1 maart 2023 waren beëindigd. De rechtbank oordeelde dat het college de beëindiging van de maatwerkvoorzieningen ten onrechte had gehandhaafd. Eiseres, die een WIA-uitkering ontvangt en kampt met diverse medische problemen, had eerder maatwerkvoorzieningen ontvangen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De rechtbank concludeerde dat de medische adviezen die aan de beëindiging ten grondslag lagen, onvoldoende rekening hielden met de totale zorglasten binnen het gezin, inclusief de zorg voor de kinderen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit voor zover het de beëindiging van de maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning betreft. De rechtbank herstelde het primaire besluit, maar merkte op dat dit enkel gevolgen had voor de maand maart 2023, aangezien hulp niet met terugwerkende kracht kan worden ingezet. De rechtbank gaf het college de aanbeveling om eiseres opnieuw een maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning toe te kennen, in afwachting van besluitvorming over haar hulpvraag. Tevens werd het college opgedragen het griffierecht aan eiseres te vergoeden.