In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 januari 2024, wordt het beroep van eiseres beoordeeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking herbeoordeling kinderopvangtoeslag van 7 maart 2023, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres heeft op 27 maart 2023 haar bezwaar ingediend en had recht op een beslissing binnen twaalf weken, die op 22 augustus 2023 verstreken was. Eiseres heeft de Belastingdienst op 24 augustus 2023 in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen besluit genomen. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en dat de Belastingdienst alsnog binnen twee weken na deze uitspraak een beslissing moet nemen. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de Belastingdienst de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 418,50. De rechtbank wijst erop dat de Belastingdienst het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.