ECLI:NL:RBZWB:2024:5280
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van WOZ-waarden van onroerende zaken in Tilburg
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 juli 2024, worden de beroepen van de belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van twee onroerende zaken vastgesteld op respectievelijk € 363.000 en € 295.000 per 1 januari 2022, en na bezwaar verlaagd naar € 327.000 en € 143.000. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk is, omdat het beroepschrift tijdig is ingediend. Tijdens de zitting op 19 juni 2024 is vastgesteld dat de heffingsambtenaar niet alle foto’s van de onroerende zaken had overgelegd, maar dit heeft geen invloed gehad op de beoordeling. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaken niet te hoog heeft vastgesteld, en dat de aanslagen in de onroerendezaakbelasting (OZB) derhalve niet te hoog zijn. De beroepen van de belanghebbende worden ongegrond verklaard, en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.