ECLI:NL:RBZWB:2018:535
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Tussenbeschikking
- M.R.T. Pauwels
- M.J. van Balkom
- Rechtspraak.nl
Tussenbeschikking inzake geheimhouding in belastingrechtelijke procedure
In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 25 januari 2018, wordt een verzoek om geheimhouding behandeld in het kader van een belastingrechtelijke procedure. De zaak betreft een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over de geheimhouding van bepaalde stukken. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gerechtigd is om geheimhouding te verzoeken voor een aantal bladzijden van bijlagen, maar wijst het verzoek voor andere bijlagen af. De rechtbank stelt dat de inspecteur onvoldoende heeft aangetoond dat openbaarmaking van de niet-ingediende stukken schadelijk zou zijn voor de controle-strategische belangen van de betrokken staten, zoals gesteld op basis van de Richtlijn 2011/16/EU. De rechtbank benadrukt dat het belang van privacy van derden in dit geval zwaarder weegt dan het belang van de belanghebbende bij kennisneming van de ongeschoonde versie van de stukken. De beslissing is voorlopig en houdt rekening met de noodzaak van een doelmatige procesgang. De rechtbank concludeert dat de geschoonde versie van de stukken aan de belanghebbende moet worden verstrekt, terwijl de niet-ingediende stukken geheim blijven. De uitspraak is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.