Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juli 2024 in de zaak tussen
[eiseres], uit [plaats], eiseres,
Dienst Toeslagen (voorheen Belastingdienst/Toeslagen), verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder heeft de termijn verlengd met zes weken. Verweerder had dus uiterlijk op 10 januari 2023 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiseres heeft verweerder op 1 maart 2024 in gebreke gesteld en verweerder heeft de ingebrekestelling op 5 maart 2024 ontvangen. Sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eiseres.