Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
(…)
Op de lening rust een optie van de fonds managers op niveau oorspronkelijke inleg. Deze optie was voor de helft in 2014 al uitgeoefend. De betaling voor de tweede helft is ontvangen door het Fonds en wordt verrekend met de opbrengsten voor de leningverstrekkers. ”
Motivering
volledigeeconomische belang bij die aandelen houdt. Tussen partijen is niet in geschil dat belanghebbende in elk geval het volledige economische belang heeft bij 4,24% van de aandelen [B.V. 2] . [7] De vraag is of belanghebbende door het verlenen van de calloptie op 20% van de vordering voor dat gedeelte het volledige economische belang van de aandelen heeft (behouden) en of dit gedeelte dus meetelt voor het 5%-criterium.
volledigeeconomische belang bij de aandelen heeft, maar slechts het
volledigeeconomische belang bij 80% van de aandelen. Voor dat geval is niet in geschil dat belanghebbende niet voldoet aan het 5%-criterium, zodat geen sprake is van een aanmerkelijk belang. De rechtbank zal daarom het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang verminderen tot het in de aangifte vermelde verlies van € 81.452. Ook zal zij de (impliciete) verliesbeschikking vaststellen naar een verlies uit aanmerkelijk belang van € 81.452.