In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 21 juni 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag van 24 mei 2023. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat verweerder de beslistermijn heeft overschreden en dat eiseres op 17 november 2023 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank legt verweerder een termijn van zes weken op om alsnog een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000,-. Daarnaast stelt de rechtbank de bestuurlijke dwangsom vast op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres krijgt ook een proceskostenvergoeding van € 437,50 en het griffierecht van € 50,- wordt door verweerder vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders op 31 januari 2024 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.