Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 januari 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] B.V., uit [plaats] , belanghebbende,
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Feiten
Ik verzoek u vriendelijk doch dringend te bevorderen overlegging door verweerder van de gebruikelijke schriftelijke bescheiden waardoor dezerzijds meer specifiek op de inhoud kan worden in gegaan.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 60;
- veroordeelt de Nederlandse Staat tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 40;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar de helft van het griffierecht, zijnde € 182,50 aan belanghebbende moet vergoeden;
- bepaalt dat de Nederlandse Staat de helft van het griffierecht, zijnde € 182,50 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 109,37 aan proceskosten aan belanghebbende.
- veroordeelt de Nederlandse Staat tot betaling van € 109,38 aan proceskosten aan belanghebbende.