Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juni 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.
Inleiding
29 september 2023 tegen de definitieve beschikking herbeoordeling kinderopvangtoeslag van 21 september 2023.
Beoordeling door de rechtbank
29 september 2023. Verweerder moet binnen zes weken beslissen, gerekend vanaf het moment waarop de bezwaartermijn voorbij is. Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder heeft de termijn verlengd met zes weken. Verweerder had dus uiterlijk op 7 maart 2024 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiseres heeft verweerder op 15 maart 2024 in gebreke gesteld en sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- stelt de door verweerder te betalen dwangsom vast op € 1.442,-;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eiseres;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiseres moet vergoeden.