Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 juni 2024 in de zaak tussen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen.
Inleiding
10 september 2018 om een omgevingsvergunning voor de realisering van een zonnepark aan de [straat 1] en de [straat 2] in het buitengebied van [plaats 2] voor een periode van 25 jaar.
16 februari 2022 [2] , is het college gehouden om opnieuw op de aanvraag te beslissen.
Beoordeling door de rechtbank
10 september 2018. Het college beslist op de onderhavige aanvraag binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag. [4] De termijn waarbinnen het college moet beslissen is inmiddels voorbij. Eisers hebben het college op 22 augustus 2022 en 9 november 2023 in gebreke gesteld en sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
18 april 2024 blijkt dat de beslistermijn is overschreden gelet op de opdracht van de Afdeling. Het college heeft van de Afdeling de opdracht gekregen om alle ingekomen zonneparkaanvragen op gelijke wijze te beoordelen aan de hand van de voorwaarden en criteria die zijn geformuleerd in het gemeentelijk beleidsstuk ‘Beleidskader grootschalige zonnevelden’. Het college verzoekt om een beslistermijn van zes maanden.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt het college op binnen zes maanden na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit bekend te maken;
- bepaalt dat het college aan eisers een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- stelt de door het college te betalen dwangsom vast op € 1.442,-;
- veroordeelt het college tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eisers;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 371,- aan eisers moet vergoeden.