In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een omgevingsvergunning voor de realisatie van een zonnepark in de gemeente Drimmelen. Eiseres, een B.V. uit Maastricht, had op 13 september 2018 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor de duur van 25 jaar. Het college van burgemeester en wethouders weigerde deze vergunning op 16 oktober 2019, wat leidde tot beroep bij de rechtbank. De rechtbank heeft de zaak op 7 september 2020 behandeld, waarbij ook andere beroepen tegen geweigerde omgevingsvergunningen voor zonneparken aan de orde kwamen.
De rechtbank oordeelde dat het college de aanvraag niet op de juiste wijze had beoordeeld, met name in het licht van het beleidskader voor grootschalige zonnevelden. De rechtbank constateerde dat het college bij de beoordeling van de aanvraag ten onrechte een voorwaarde had gehanteerd die niet in het beleidskader was opgenomen, namelijk de verhouding tussen de energiebehoefte van het zonnepark en de nabijgelegen dorpskern. Dit leidde tot een motiveringsgebrek in het besluit van het college.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om een nieuw besluit te nemen op de aanvraag, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige en consistente toepassing van beleidskaders bij de beoordeling van omgevingsvergunningen.